--> No. 27

Winterschool

Periode 2006 / Project Winterschool / Opdrachtgever AvBR / Locatie Midden Delfland / Met Henk Bulstra, Wim Timmermans


In de Winterschool 2007 die door de Academie van Bouwkunst Rotterdam (AvBR) georganiseerd wordt, staat de transformatie van het platteland centraal. De cultuur en het aanzien van het platteland zullen de komende jaren op ingrijpende wijze veranderen.

De problematiek van het platteland vanuit het perspectief van de mogelijke interactie tussen stad en land wordt tijdensde Winterschool bestudeerd middels ontwerpend onderzoek af te bakenen gebied: Midden Delfland. De opgave wordt benaderd vanuit een drietal landschappelijke ontwikkelingen:

1. De landbouw staat onder druk. Dit leidt tot twee reacties die vaak tegelijkertijd plaats vinden. Enerzijds worden bedrijven de komende jaren steeds grootschaliger en veranderen ze in kleine industrieterreinen. Anderzijds vindt er verbreding plaats de bedrijven gaan op de stad gerichte diensten ontwikkelen: zorg, recreatie, lokale producten, kleinschalige woningbouw (vermarkten grondwaarde).

2. Vanuit de stad neemt de druk toe. Het landschap in de omgeving is geschikt voorrecreatie. Er is behoefte aan een groeiende hoeveelheid diensten (zorg,kinderopvang). De identiteit van de omgeving is van belang voor branding van destad (concurrentiestrijd met andere steden). Daarnaast is een groeiende vraagnaar andere woonvormen (landelijk wonen als studiegebied) in een landelijke setting.

3. Deze ontwikkelingen leiden tot een sterke verwevenheid van stad en land en tot een groene metropool.

Dwars door deze landschappelijke ontwikkelingen  spelen de ‘procesaspecten’: financieeleconomische (PPS: SBB, Natuurmonumenten, boeren, ontwikkelaars, overheden), het vormen van coalities, technologische ontwikkelingen  ten behoeve van infrastructuur, nieuwe sociale tegenstellingen en structuren (arm / rijk oud / nieuw landbouw / wonen) eneen veranderende identiteit (groene en rode grenzen vervagen). Wanneer dewoningbouwopgave een rol speelt in de ontwikkeling van het platteland kan dat op allerlei manieren gebeuren. Er kunnen verschillende coalities wordenaangegaan om enerzijds de markt te bedienen en tegelijkertijd te voldoen aan de wensen en eisen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van een recreatie of natuurgebied.

 

Als er in deze nieuwe ingerichte groenegebieden gewoond mag worden, over welke dichtheden spreekt men dan om het platteland ‘open’ en beleefbaar te houden? Wat zijn deze dichtheden en wie bepaalt deze zijn ze idealistisch of economisch ingegeven? Wat zijn de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende partijen? Welke rol kunnen de toekomstige bewoners in het behoud cq onderhoud van het land spelen?

+ Related Projects